Nederlanders tussen de Noren
De Birkebeiner is voor de Noren wat de Elfstedentocht is voor Nederlanders. Niet de dure auto die je hebt telt, niet het huis dat je hebt, maar hoe snel je de Noorse bergen over gaat, daarmee maak je indruk.
Jaarlijks trekken zo'n zeventienduizend skiers de bergen over tussen Rena en Lillehammer. Voorwaar geen geringe opgave, ook al lijkt het minder dan de 90 km van de Vasalopp in Zweden, dé langlauftopper waar mensen uit de hele wereld op af komen. Aan de start in Rena stonden ze zaterdag 16 maart weer allemaal netjes gegroepeerd in de startvakken.
Tussen al die Noren bevond zich een groepje Nederlanders, die jaarlijks de grote langlauftoernooien in Europa aflopen. Een groepje uit het Gooi en Brabant trof elkaar ooit in de Zweedse loipes van de Vasalop. Dit keer stond de Noorse Birkebeiner op het programma. Deze langlaufmarathon van 54 km is een behoorlijke inspanning doordat flink over de bergen geklommen moet worden. De meesten bereidden zich dan ook gedegen voor om de tocht op hun naam te kunnen schrijven. En het werd een forse inspanning in de sneeuw die af en toe met hoge snelheid neerdwarrelde en later op de toppen in het gezicht striemde. Maar het deerde de goedgetrainde rolskiers, die zich een half jaar hard hadden voorbereid, niet.
Allen kwamen over de streep en kijken terug op een bijzondere ervaring in de Noorse bergen. Met 3,5 kg op de rug klaarden ze de klus vanuit het kleine plaatsje in Østerdalen naar het Olympische Lillehammer, een bijzondere prestatie.
